Op 1 januari 2026 treedt de nieuwe Wet Persoonlijke Zekerheden in werking. Deze wet biedt een helder en gemoderniseerd wettelijk kader voor persoonlijke zekerheden. De hervorming is het eerste luik van Boek 9, “Zekerheden” van het nieuwe Burgerlijk Wetboek. Later worden nog de regels over pand, hypotheek, eigendomsvoorbehoud, retentierecht en voorrechten aangepast.
Het vernieuwde wettelijk kader vormt de gelegenheid bij uitstek om nog eens stil te staan bij de basisprincipes van persoonlijke zekerheden, waarna we verder in deze blogpost de belangrijkste vernieuwingen en gevolgen voor de praktijk op een rij zetten.
Persoonlijke zekerheden: een appeltje voor de dorst als het tegenvalt
Een persoonlijke zekerheid is in essentie een verbintenis van een derde ten aanzien van een of meerdere schuldeisers om een schuld van de oorspronkelijke schuldenaar te betalen wanneer die dat niet kan of niet doet. Op die manier komt er, naast de oorspronkelijke schuldenaar, ook een “bijkomende” schuldenaar op het toneel, die zich mede verbindt of een eigen schuld aangaat tot zekerheid, en die onder bepaalde voorwaarden kan aangesproken worden door de schuldeiser.
Anders gezegd, vormt een persoonlijke zekerheid een “appeltje voor de dorst” voor een schuldeiser die geconfronteerd wordt met een schuldenaar die door omstandigheden niet kan betalen.
Evident kan zo’n persoonlijke zekerheidsstelling een belangrijke impact hebben op het vermogen van de zekerheidssteller, reden waarom deze rechtsfiguur aan tal van regels is onderworpen. Bij het vestigen van een (nieuwe) zekerheid, is het dan ook van groot belang om alle wettelijke vereisten en voorwaarden strikt na te leven. En daar staan dus weldra een aantal wijzigingen op til.
Een gemeenschappelijk kader, ook voor in de praktijk gegroeide vormen van persoonlijke zekerheden
Een eerste nieuwigheid is dat de wet voor het eerst een aantal algemene regels voor alle persoonlijke zekerheden omvat. Deze regels, zoals onder meer over het ontstaan en de interpretatie van persoonlijke zekerheiden, scheppen meer duidelijkheid, ook voor “alternatieve vormen”. Tot nu toe was immers enkel de (kosteloze) borgtocht geregeld in het (oude) Burgerlijk Wetboek. Bepaalde andere vormen van persoonlijke zekerheden bestonden wel in de praktijk, maar hadden geen wettelijke verankering. De wet erkent nu uitdrukkelijk een aantal van deze in de praktijk gegroeide persoonlijke zekerheden zoals de autonome garantie, de hoofdelijkheid tot zekerheid, de sterkmaking tot uitvoering en de patronaatsverklaring De wet somt echter nog steeds niet alle mogelijke persoonlijke zekerheden op. Partijen mogen dus nieuwe vormen bedenken, zolang ze de dwingende regels respecteren. Zo voorziet de wet in enkele dwingende beschermingsregimes wanneer de zekerheidssteller een consument is (zie verder).
De borgtocht (of “accessoire persoonlijke zekerheid”)
De meest gekende persoonlijke zekerheid is de borgtocht. Vandaar is het ook geen verrassing dat de regels rond de borgtocht – in de nieuwe wet “accessoire persoonlijke zekerheid” genoemd – nog altijd het grootste deel van de wetgeving over persoonlijke zekerheden vormen. De regels zijn inhoudelijk grotendeels gelijk gebleven, maar op een aantal punten gemoderniseerd.
Hierna een aantal van de belangrijkste aanpassingen:
- Het vermoeden van borgtocht: bij twijfel over de aard van een persoonlijke zekerheid (zoals bij tussenvormen als de “borgtocht op eerste verzoek”) moet de rechter de persoonlijke zekerheid als een borgtocht kwalificeren. De regels over de borgtocht zijn doorgaans gunstiger voor de zekerheidssteller, wat extra zorgvuldigheid vereist bij het opstellen van overeenkomsten;
- De borgtocht voor alle schuldvorderingen (“borgtocht voor alle sommen”) bestond al in de praktijk, maar de wet erkent ze nu ook uitdrukkelijk. Nieuw ten opzichte van de bestaande rechtspraak en rechtsleer, is de verplichting om een maximumbedrag te bepalen. De borgsteller moet dus altijd weten voor welk maximumbedrag hij kan aangesproken worden;
- De wet legt bijkomende informatieplichten op voor de schuldeiser, zoals de verplichting om de hoofdschuldenaar voorafgaandelijk in gebreke te stellen en de borg hiervan op de hoogte te brengen. Daarnaast heeft de schuldeiser ook de plicht om de borg op diens verzoek te informeren over het actuele bedrag van de gewaarborgde schuldvordering;
- De opzegbaarheid van borgtochten voor onbepaalde duur. Er wordt ook voorzien in een wettelijke opzegtermijn van 45 dagen (tenzij partijen ze korter maken).
De consumentenborg (of “persoonlijke zekerheid gesteld door een consument”)
Een bijzondere vorm van borgtocht is de kosteloze borgtocht. Deze rechtsfiguur verdwijnt en maakt plaats voor een nieuw regime voor “persoonlijke zekerheden gesteld door consumenten”.
Een consument is “iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen”. Als de hoofdschuldenaar een rechtspersoon is, zijn de regels over de consumentenborg niet van toepassing wanneer de zekerheidssteller een substantiële invloed kan uitoefenen op de besluitvorming van die rechtspersoon. Dit is een belangrijk verschil met de oude wetgeving i.v.m. de kosteloze borg, waar het criterium eerder economisch van aard was, namelijk dat “geen rechtstreeks of onrechtstreeks economisch voordeel” genoten werd.
De nieuwe wet versterkt de bescherming van de consument-borg met een aantal bijkomende verplichtingen voor de schuldeiser:
- De consument kan geen andere persoonlijke zekerheid aangaan dan een borgtocht. Gebeurt dat toch (bv. een autonome garantie), dan moet de rechter dit herkwalificeren tot een borgtocht;
- De schuldeiser heeft een uitgebreide informatieplicht, zowel vóór het sluiten van de overeenkomst als tijdens de looptijd ervan:
- Precontractueel: de schuldeiser moet de consument vooraf goed informeren over de schuld, de gevolgen en de risico’s van de borgstelling;
- Tijdens de looptijd: de schuldeiser moet jaarlijks de stand van de gewaarborgde schuld meedelen, en de borg onmiddellijk informeren als de hoofdschuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt.
De autonome garantie (of “autonome persoonlijke zekerheid”)
Een andere vorm van een persoonlijke zekerheid is de autonome garantie. Essentieel verschil met de borgtocht is dat het hier gaat om een autonome zekerheid, wat betekent dat de garant (zekerheidssteller) een eigen, zelfstandige, verbintenis aangaat ten aanzien van de begunstigde (schuldeiser). In tegenstelling tot de borgtocht, is die verbintenis niet afhankelijk van de verbintenis van de opdrachtgever (hoofdschuldenaar) t.a.v. de begunstigde.
Naast een definitie van de autonome garantie – in de wet “autonome persoonlijke zekerheid” genoemd – komen er ook een aantal specifieke regels over de autonome garantie. Deze regels zijn grotendeels een codificatie van de bestaande rechtspraak en rechtsleer over de autonome garantie:
- De garantie heeft een persoonlijk karakter en is daardoor niet vatbaar voor overdracht aan derden;
- De garant moet betaling weigeren wanneer het verzoek manifest abusief of bedrieglijk is;
- Eerder afwijkend ten opzichte van de bestaande rechtspraak en rechtsleer, is het subrogatoir verhaalsrecht waarover de garant na betaling zal beschikken ten aanzien van de opdrachtgever. Net zoals bij borgtocht, treedt de garant in de rechten van de begunstigde ten aanzien van de opdrachtgever, incl. de persoonlijke en zakelijke zekerheidsrechten zoals een hypotheek.
Wat betekent dit voor jouw onderneming?
De nieuwe regels gelden voor persoonlijke zekerheden die vanaf 1 januari 2026 worden gesteld. Voor bestaande zekerheden verandert er met andere woorden in de regel niets, tenzij partijen uitdrukkelijk kiezen voor de toepassing van de nieuwe wet.
Voor de toekomst blijft een zorgvuldige redactie van zekerheidsovereenkomsten essentieel. Dit geldt des te meer nu de wetgever onder meer de bescherming van de consument-borgsteller nog verder heeft verscherpt.
Modelovereenkomsten zullen dus uiteraard aangepast moeten worden aan de nieuwe wetgeving. Ons kantoor helpt je graag bij het herwerken van deze documenten of bij het opstellen van nieuwe zekerheidsovereenkomsten.


